START TO TEACH

 Begeleidingsaanpak voor leraren in opleiding (LIO’s)

WELKOM


Welkom op de website ‘Start to Teach’! We nemen je graag mee in ons Draaiboek Begeleidingsaanpak voor leraren in opleiding (LIO’s), die werd ontwikkeld door


  1. Universiteit Antwerpen
  2. AP Hogeschool
  3. Odisee Hogeschool


in het kader van een pilootproject ter versterking van de lerarenopleidingen, gefinancierd door het Departement Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Overheid. 


WAAROM

WAAROM DEZE AANPAK?


Sinds de publicatie van het Decreet Lerarenopleidingen in 2006 is het mogelijk om als leraar in opleiding, kortweg LIO, de praktijkcomponent van de lerarenopleiding geheel of gedeeltelijk te valoriseren via een in-service-training.


De kern van dit decreet zette zich vooral in voor het behoud van gemotiveerde lesgevers in het onderwijs. Het wil voorkomen dat deze waardevolle krachten verloren gaan omdat hun opleiding hen onvoldoende op de praktijk voorbereidt.


Daarnaast opent het deuren voor zij-instromers door hun de mogelijkheid te bieden de praktijkcomponent van de lerarenopleiding te valoriseren als in-service-training


Het leren op de werkvloer van de leerkracht in spe blijft echter een complex gegeven, waarin de LIO, de lerarenopleider en de mentor-coach op school, samen de voorwaarden creëren die ertoe leiden dat de LIO de vruchten plukt van de rijke leeromgeving die de school biedt.


Zo is het cruciaal dat LIO’s goed ondersteund worden op het gebied van zelfregulerend leren (ZRL) en vakdidactiek, zodat ze zich, ongeacht hun startpunt, de basiscompetenties van de leraar op hun eigen tempo en op geïnformeerde wijze eigen kunnen maken.


Daarnaast is een goed geïnformeerde en bekwame mentor-coach, die de LIO kan coachen en begeleiden in het leerproces, absoluut noodzakelijk. Tenslotte is er nood aan een optimale samenwerking tussen mentor-coaches en lerarenopleiders, in het bijzonder op het vlak van begeleiding en evaluatie.


De begeleidingsaanpak en bijhorende tools op deze website werden ontworpen om de LIO, de mentor-coach en de lerarenopleider in hun noden te ondersteunen.

HOE

HOE ONTWORPEN?



Het Draaiboek Begeleidingsaanpak voor leraren in opleiding (LIO's) is het resultaat van een intensieve en vruchtbare tweejarige samenwerking, waarbij de krachten van diverse partners werden gebundeld.


De onderzoeksgroepen EduBron en Didactica (UAntwerpen) en het Onderzoekscentrum Leven Lang Leren en Innoveren (AP Hogeschool) leverden hun wetenschappelijke kennis over vakdidactiek en zelfregulerend leren en de ontwikkeling daarvan.


Vanuit de Universiteit Antwerpen en AP Hogeschool kwam de praktijkervaring rond LIO-begeleiding.


De technologische ondersteuning van leren als component werd verzorgd door Odisee Hogeschool in de vorm van MyCompass.


Daarnaast brachten het Onderwijsnetwerk Antwerpen en het Centrum Nascholing Onderwijs hun expertise in en werd het project ondersteund door de input van diverse scholen uit verschillende delen van Antwerpen, variërend van stedelijke tot meer landelijke gebieden.



Centraal in onze aanpak stond de Educational Design Research-methodologie. EDR stimuleert nauwe samenwerking tussen onderzoekers en beoefenaars, met de ambitie om oplossingen te creëren die theoretisch solide én praktisch toepasbaar zijn.


Dankzij de iteratieve ontwerpcyclus binnen EDR werden ideeën in het project voortdurend getest en verfijnd, gebaseerd op waardevolle feedback van LIO’s, mentor-coaches en lerarenopleiders.

WAT

WAT BIEDT DEZE AANPAK?


De begeleidingsaanpak biedt een stappenplan voor de begeleiding van het LIO-traject in vijf fasen. In elke fase worden de te nemen acties op een rijtje gezet vanuit het perspectief van de lerarenopleiding (of lerarenopleider), de LIO en de school (of de mentor-coach) om te komen tot een kwaliteitsvolle invulling van het traject, waarin optimale leerkansen voor de LIO worden gecreëerd.



Een actie komt in het stappenplan bij resp. de LIO, de lerarenopleiding of de school te staan indien deze partner er (mee) het initiatief voor neemt.


In de begeleidingsaanpak worden ook een aantal begeleidingstools aangeboden die de LIO, lerarenopleiding en school ondersteunen in de te nemen stappen.


Het Draaiboek Begeleidingsaanpak wordt visueel en tekstueel voorgesteld als een lineair traject dat verloopt in opeenvolgende fasen.


Het traject van een LIO zal echter niet altijd op de voorgestelde manier starten: het voortraject (fase 1) zal bij sommige LIO’s heel kort zijn (bijvoorbeeld wanneer er plots een aanbieding komt vanuit een school).


De start van de lesopdracht en de start van de lerarenopleiding (fase 2) valt niet altijd samen.


Sommige LIO starten al (lang) een lesopdracht voor ze aan de lerarenopleiding starten.



Niettegenstaande dit zijn de acties zoals beschreven in elke fase wél van toepassing!


FASE 1

Fase 1 omvat het voortraject, de fase voorafgaand aan de eigenlijke start van het LIO-traject.


De LIO verdiept zich in het LIO-statuut en de lerarenopleiding, gaat eventueel op zoek naar scholen om te solliciteren voor een lesopdracht en volgt mogelijk voortrajecten die voorbereiden op de start van de lerarenopleiding.


De lerarenopleiding duidt een LIO-vertrouwenspersoon aan en maakt deze kenbaar. Ook informeert ze LIO’s (pro)actief over het LIO-traject.


Ondertussen deelt de school met de betrokkenen binnen de school kennis over de LIO, het LIO-statuut en de verwachtingen ten aanzien van het traject en begeleiding.


De school informeert zich over de aanwerving van LIO’s.

FASE 2

In fase 2 gaat de lesopdracht in de school én de lerarenopleiding van start.


De LIO schrijft zich in voor de lerarenopleiding en solliciteert voor een opdracht in het onderwijs.


Hij/zij volgt startsessies over het LIO-traject, en ook een kennismaking met de mentor-coach op school staat op het programma.


De lerarenopleiding zorgt voor de nodige informatie die het de LIO mogelijk maakt deze stappen te zetten, organiseert startsessies voor LIO’s enerzijds en de mentor-coaches anderzijds.


De lerarenopleider die de LIO begeleidt stuurt ook een Opstartmail begeleidingsaanpak naar de mentor-coach, zodat het eerste contact gelegd is, en voert een opstartgesprek met de LIO.


Ook geeft de lerarenopleiding de mentor-coach toegang tot de elektronische leeromgeving van de LIO.


Van de kant van de school is het raadzaam dat de mentor-coach de startsessie voor mentor-coaches volgt, zeker als de begeleiding van LIO’s nieuw is voor de mentor-coach. Ook maakt de school tijdens een kennismakingsgesprek met de LIO op school de nodige afspraken.


Daarnaast vraagt de mentor-coach aan de lerarenopleiding toegang tot de elektronische leeromgeving van de LIO, mocht deze toegang nog niet in orde zijn gebracht.


De start van de lesopdracht en de start van de lerarenopleiding (fase 2) valt niet altijd samen.


Sommige LIO starten al (lang) een lesopdracht voor ze aan de lerarenopleiding starten. Niettegenstaande dit zijn de acties zoals beschreven in elke fase wél van toepassing.


FASE 3

In fase 3 van de begeleidingsaanpak is de LIO volop bezig met het LIO-traject.


De LIO woont de lessen en werksessies van de lerarenopleiding bij.


Zowel van de kant van de lerarenopleiding als van de school wordt de begeleiding opgestart met het eerste klasbezoek.


De lerarenopleiding initieert de startmeting van de Zelfscan BasisCompetenties (BaCoBeLe), die door de LIO wordt ingevuld.


De LIO ontvangt een Feedbackrapport BasisCompetenties van de lerarenopleiding en reflecteert hierop.


Daarna vindt een eerste trialooggesprek plaats (op basis van een Trialoogleidraad), waarop zowel de LIO, de lerarenopleider als de mentor-coach aanwezig is.

 

Deze cyclus wordt vervolgens nog één of meerdere keren herhaald.


Er vinden klasbezoeken plaats door zowel de stagebegeleider als de mentor-coach (of een vakcollega), waarna beide partijen  apart een feedbackgesprek voeren met de LIO op basis van de Trialoogleidraad (of eigen alternatieve tools die op school worden gebruikt.


Vervolgens wordt een volgende meting van de Zelfscan Basiscompetenties gedaan (BaCoBeLe) en de LIO reflecteert op de resultaten ervan op basis van een Feedbackrapport BasisCompetenties.


Dit vormt de basis voor een tweede en volgende trialooggesprek, waarop LIO, lerarenopleider en mentor-coach aanwezig zijn.

FASE 4

Fase 4 is de eindfase.


De lerarenopleiding initieert een eindmeting van de basiscompetenties (BaCoBeLe), stelt het feedbackrapport op en bezorgt het aan de LIO, die hierop reflecteert.


De LIO levert ook het LIO-portfolio in volgens de richtlijnen van de opleidingsinstelling. Er vindt ten slotte een laatste trialooggesprek plaats waarop LIO, lerarenopleider en mentor-coach aanwezig zijn.


Het gesprek verloopt op basis van de leidraad voor het trialooggesprek en bevat ook een evaluatieve component. De opleiding wordt afgerond met de eindevaluatie door de lerarenopleiding.

FASE 5

Fase 5 is de fase na de eindfase van het LIO-traject, met andere woorden na afronding van de opleiding door de LIO.


In het kader van levenslang leren en het verder aanscherpen van competenties, in de evolutie van beginnend leerkracht die de basiscompetenties beheerst naar meer ervaren leerkracht die aan het beroepsprofiel beantwoordt, vormt het volgen van onderwijskundige en vakdidactische professionaliseringsactiviteiten een meerwaarde voor de LIO, ook na het afronden van de lerarenopleiding.


Het kan hierbij onder meer gaan om participatie in vakdidactische leergemeenschappen alsook het bijwonen van (vak)didactische en (vak)inhoudelijke nascholingen.


Ook voor de lerarenopleider is het aansluiten bij vakdidactische leergemeenschappen een interessante optie.


De mentor-coach kan dan weer allerhande (vak)didactische en (vak)inhoudelijke nascholingen volgen in het kader van zijn/haar rol, of eveneens aansluiten bij vakdidactische leergemeenschappen, afhankelijk van het profiel van de LIO.

PROFESSIONALISERING

Door de verschillende fasen heen speelt professionalisering een belangrijke rol.


Voor de LIO zal dit na het beëindigen van de opleiding en het behalen van het diploma van leraar.


Voor de mentor-coach en lerarenopleider vormt professionalisering een rode draad doorheen het ganse traject.


De mentor-coach en lerarenopleider bekwamen zich waar aangewezen op het vlak van (coaching van) ZRL, vakdidactiek en vakinhoud.


Reflectietool professionaliseringsnoden ondersteunt mentor-coaches in het detecteren van hun professionaliseringsnoden in functie van de begeleiding van de LIO.

unsplash